Je hebt gelijk dat onze voorouders zo'n 30-40 jaar werden, wanneer je het hebt over het gemiddelde. Dit komt omdat kindersterfte minstens 2x zo hoog lag. Er stierven dus enorm veel kinderen met een leeftijd lager dan 5 jaar, wat het gemiddelde enorm omlaag haalde. Daarnaast waren er meer infectieziekten die fataal waren doordat er geen acute zorg beschikbaar was, voeding was vaak schaars waardoor men veel sneller door honger overleed en er waren daarnaast meer acute gevaren, zoals aangevallen worden door roofdieren. Wanneer met echter genoeg beschikking had over voedsel, acute gevaren vermeden konden worden en de grens was bereikt van het volwassen worden, dan bereikte vrijwel iedereen gezond en gelukkig 80 of 100 jaar. Daarbij waren er geen chronische ziekten zoals wij die nu kennen.

In de moderne wereld zie je dat mensen gemiddeld op hun 40e - 50e al chronisch ziek zijn (en je ziet het steeds vaker bij jongeren), waarbij ze voor de rest van hun leven artsen moeten bezoeken, operaties moeten ondergaan en medicijnen moeten slikken. De gemiddelde leeftijd wanneer mensen chronisch ziek worden, wordt helaas steeds lager.

Onze voorouders kenden geen chronische ziektes, omdat zij anders leefden. Zij aten onder andere anders dan wij, waarbij vrijwel iedere stam van kop tot staart at, en vaak de organen verkozen boven het spiervlees. Mocht je van lezen houden dan is “Voeding en Fysieke Degeneratie” van Weston A. Price een aanrader.